Het begrijpen van ECG-afleidingen: het ontcijferen van de elektrische activiteit van het hart

November 8, 2025

Nieuwste bedrijfsblog over Het begrijpen van ECG-afleidingen: het ontcijferen van de elektrische activiteit van het hart

Stel je hart niet alleen voor als een bloedpompend orgaan, maar als een geavanceerd elektrisch instrument waarbij elke hartslag meetbare elektrische stromen genereert. Het elektrocardiogram (ECG of EKG) dient als het instrument dat deze signalen opvangt via elektroden die op het lichaamsoppervlak worden geplaatst, en de elektrische activiteit van het hart omzet in visuele golfvormen die cruciale diagnostische informatie verschaffen.

De wetenschap achter ECG-afleidingen

Tijdens depolarisatie en repolarisatie genereert het hart elektrische activiteit die zich door de geleidende weefsels van het lichaam verspreidt. ECG-afleidingen meten deze stromen via elektrodenarrays die op specifieke locaties op het lichaam worden geplaatst. Volgens de conventie worden elektroden geplaatst op de ledematen (standaard en vergrote ledemaatafleidingen) en op precieze borstlocaties (precordiale afleidingen). Deze afleidingen meten potentiaalverschillen tussen elektroden om karakteristieke ECG-traceringen te genereren.

Conceptueel functioneren ECG-afleidingen als "vensters" die de elektrische activiteit van het hart vanuit verschillende hoeken observeren, en zo uitgebreide diagnostische informatie verschaffen. Het begrijpen van afleidingstypen en -principes is essentieel voor een nauwkeurige ECG-interpretatie.

Classificatie van ECG-afleidingen

ECG-afleidingen worden voornamelijk onderverdeeld in drie categorieën: ledemaatafleidingen, vergrote ledemaatafleidingen en precordiale afleidingen. Ledemaatafleidingen worden verder onderverdeeld in standaard bipolaire afleidingen, terwijl vergrote en precordiale afleidingen unipolair zijn.

Standaard ledemaatafleidingen (bipolair)

Deze bipolaire afleidingen, ontwikkeld door Einthoven in het begin van de 20e eeuw, meten potentiaalverschillen tussen twee elektroden:

  • Afleiding I: Meet potentiaal tussen rechterarm (negatief) en linkerarm (positief)
  • Afleiding II: Registreert tussen rechterarm (negatief) en linkerbeen (positief)
  • Afleiding III: Meet tussen linkerarm (negatief) en linkerbeen (positief)

Deze afleidingen vormen de driehoek van Einthoven met het hart in het midden. Volgens de wet van Einthoven is de som van de spanning van afleiding I en afleiding III gelijk aan de spanning van afleiding II, wat dient als een nauwkeurigheidscontrole. Standaard ledemaatafleidingen weerspiegelen voornamelijk de activiteit van het hart in het frontale vlak en zijn waardevol voor het diagnosticeren van atriumfibrilleren en geleidingsafwijkingen.

Vergrote ledemaatafleidingen (unipolair)

Deze unipolaire afleidingen gebruiken één positieve elektrode in combinatie met een samengestelde negatieve elektrode van andere ledematen:

  • aVR: Positief bij rechterarm, negatief samengesteld van linkerarm en been
  • aVL: Positief bij linkerarm, negatief samengesteld van rechterarm en been
  • aVF: Positief bij linkerbeen, negatief samengesteld van beide armen

De "a" duidt op versterkte signalen vanwege kleinere amplitudes. Vergrote afleidingen bieden verbeterde details in het frontale vlak, met name voor de diagnose van een myocardinfarct.

Precordiale afleidingen (unipolair)

Deze zes afleidingen, gepositioneerd over de borst met een samengestelde negatieve elektrode van alle ledematen, omvatten:

  • V1: Vierde intercostale ruimte, rechter sternale rand
  • V2: Vierde intercostale ruimte, linker sternale rand
  • V3: Halverwege tussen V2 en V4
  • V4: Vijfde intercostale ruimte, linker midclaviculaire lijn
  • V5: Vijfde intercostale ruimte, linker voorste axillaire lijn
  • V6: Vijfde intercostale ruimte, linker midaxillaire lijn

Precordiale afleidingen beoordelen voornamelijk de activiteit in het horizontale vlak en diagnosticeren ventrikelhypertrofie en myocardinfarct. V1-V2 weerspiegelen de activiteit van de rechterventrikel, terwijl V5-V6 de activiteit van de linkerventrikel laten zien.

Het 12-afleidingen ECG: Uitgebreide hartbeoordeling

Standaard ECG-opnames bevatten alle twaalf afleidingen (drie standaard, drie vergrote en zes precordiale), wat een complete elektrische beoordeling van het hart oplevert. Het analyseren van ST-segmentveranderingen over meerdere afleidingen helpt bijvoorbeeld bij het bepalen van de locatie en omvang van een myocardinfarct.

Klinische toepassingen

ECG-afleidingen dienen meerdere diagnostische doeleinden:

  • Het identificeren van aritmieën (atriumfibrilleren, ventrikeltachycardie)
  • Het detecteren van een myocardinfarct door karakteristieke ischemische veranderingen
  • Het diagnosticeren van ventrikelhypertrofiepatronen
  • Het monitoren van drugseffecten en elektrolytenonbalans
  • Het beoordelen van de hartfunctie tijdens procedures en kritieke zorg
Het beheersen van ECG-interpretatie

Een nauwkeurige ECG-interpretatie vereist een grondig begrip van de afleidingsprincipes. ST-elevatie in V1-V4 duidt bijvoorbeeld op een infarct van de voorwand, terwijl veranderingen in II/III/aVF wijzen op betrokkenheid van de onderste wand. QRS-morfologieanalyse onthult bundeltakblokpatronen.

Als fundamentele diagnostische hulpmiddelen bieden ECG-afleidingen kritische inzichten in de elektrische activiteit van het hart. Vaardigheid in afleidingstoepassing en -interpretatie blijft essentieel voor klinische excellentie in de hartverzorging.